Vragen en antwoorden
Vragen en antwoorden (FAQ) met betrekking tot tachograafkaarten en de digitale tachograaf
Hoe moeten de pasfoto's van de chauffeurs op de aanvraagformulieren voor bestuurderskaarten worden aangeleverd? Op papier of digitaal?
Het kaartuitgiftesysteem voor de digitale tachograafkaarten is ontwikkeld om in een eerste fase enkel een verwerking te voorzien van traditionele pasfoto's, die een minimale fotokwaliteit hebben.
Digitaal afgeprinte foto's op eenvoudig papier garanderen geen minimale fotokwaliteit en worden daarom afgeraden.
Is de bestuurderskaart bedrijfs- of persoonsgebonden?
De bestuurderskaart is uiteraard persoonsgebonden, voorzien van een pasfoto en de grafische handtekening van de bestuurder. Deze chipkaart vervangt de traditionele papieren tachograafschijf, die ook altijd persoonsgebonden is.
Wat is de termijn tussen het moment van aanvraag van de kaart door de klant en de aflevering van de kaart bij de klant?
De bepaling van de termijn tussen het moment van opsturen van de aanvraag van de kaart door de klant tot het moment dat de kaart effectief op het voorziene adres bij de klant wordt afgeleverd is afhankelijk van veel factoren.
Momenteel wordt aangeraden rekening te houden met een termijn van minstens 10 werkdagen tussen het opsturen van de aanvraag van de kaart en het afleveren van de kaart. Deze termijn is evenwel enkel haalbaar op voorwaarde dat het aanvraagdossier volledig in orde is, er geen onvolkomenheden in de aanvraaggegevens werden vastgesteld en dat onmiddellijk bij ontvangst van de factuur de betaling werd verricht.
Zolang niet al de gegevens (o.a. voor een aanvraag van een bestuurderskaart, de bevestiging vanwege TACHONET dat de bestuurder niet in het bezit is van een geldige bestuurderskaart die door een andere Lid-Staat van de Europese Unie werd uitgereikt, de bevestiging vanwege het Rijksregister dat de bestuurder in België zijn gewone verblijfplaats heeft en voor een aanvraag van een werkplaatskaart, de bevestiging vanwege de FOD Mobiliteit en Vervoer dat de werkplaats en zijn technicus door de overheid zijn erkend, ...) zijn gevalideerd en de ontvangst van betaling van de kaart op de voorziene bankrekeningnummers intern niet werd geconfirmeerd, wordt ook de beslissing tot aanmaak van de kaart niet genomen.
Vanaf het moment van de beslissing tot de aanmaak van de kaart werd in het kaartuifgiftesysteem evenwel voorzien dat de tachograafkaarten na vijf werkdagen aan de rechthebbende bij prior zending door de Post worden aangeleverd.
De dienst Digitach (p/a vzw ITLB) en zijn onderaannemers kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor een eventuele abnormale vertraging in de aflevering van de kaarten te wijten aan de Post.
Indien een sollicitant zonder een bestuurderskaart op vrijdagmiddag in dienst komt en voor een rit ingepland wordt op zondagavond, wat dan?
In de Verordening 165/2014 is in art 29.5 iuncto art.35.2 a) en b) voorzien dat enkel bij verlies, diefstal, beschadiging of slechte werking van zijn kaart, de bestuurder zowel aan het begin van de rit als aan het einde van de rit de gegevens betreffende de door het controleapparaat geregistreerde tijdgroepen afdrukt en hij op dit document de gegevens aanbrengt waarmee hij kan worden geïdentificeerd (naam en/of nummer van het rijbewijs van de bestuurder en/of nummer van zijn bestuurderskaart), alsmede zijn handtekening.”. De bestuurder kan gedurende ten hoogste vijftien kalenderdagen of gedurende een langere periode als dit noodzakelijk is om het voertuig naar het bedrijf terug te rijden, zonder zijn kaart blijven rijden, mits de bestuurder kan aantonen dat hij binnen die termijn de kaart niet kan overleggen of gebruiken.
De controle-instanties hebben de bevoegdheid het niet-naleven van deze reglementering (het ontbreken van een voldoende rechtvaardiging) op basis van de concrete omstandigheden te beoordelen.
Wie dient de aanvraag te doen? Chauffeur of bedrijf?
Een aanvraag voor een bestuurderskaart moet minstens ondertekend zijn door de bestuurder zelf, aangezien zijn handtekening grafisch op zijn bestuurderskaart wordt afgedrukt.Een aanvraag voor een bedrijfskaart moet ondertekend worden door een persoon die juridisch gemandateerd is door deze onderneming om deze te verbinden .
Hoe gebeurt de facturatie van de bestuurderskaart en wie moet instaan voor de betaling van de bestuurderskaart?
Op het aanvraagformulier voor de bestuurderskaart is onder punt 6 een rubriek voorzien voor het vermelden aan wie de factuur voor de betaling van de retributie van de bestuurderskaart moet worden toegestuurd. Van zodra het aanvraagformulier door de Dienst DIGITACH ontvangen is, wordt een factuur opgestuurd, hetzij aan de aanvrager van de kaart naar zijn woonplaats, zoals vermeld in het Rijksregister; hetzij aan een andere schuldenaar, van wie de adresgegevens op het aanvraagformulier zijn vermeld.
Van zodra de betaling bij de Dienst DIGITACH geregistreerd is, wordt de aanvraag verwerkt met het oog op de afgifte van de kaart.
Bijzondere regelingen werden uitgevaardigd voor bepaalde sectoren:
Voor ondernemingen die ressorteren onder het paritair comité n°140.03
De sociale partners, vertegenwoordigd in de paritaire subcomités 140.03 (goederenvervoer te land voor rekening van derden en goederenbehandeling voor rekening van derden) hebben een protocolakkoord afgesloten, waarbij het Sociaal Fonds voor goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden zal instaan voor de terugbetaling van de bestuurderskaarten aan alle werknemers die ingeschreven zijn onder de RSZ code 083 binnen de ondernemingen die ressorteren onder de vermelde paritaire subcomités. De CAO ter uitvoering van dit protocolakkoord is van toepassing en de modaliteiten dienaangaande zijn uitgewerkt.
Er werd ondermeer overeengekomen dat de werkgever één keer per geldigheidsperiode de bestuurderskaart betaalt, op voorwaarde dat de begindatum van de bestuurderskaart zich situeert in de tewerkstellingsperiode bij een werkgever behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of de subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden.
De werkgever kan nadien de terugbetaling vragen aan het Sociaal Fonds voor de bestuurderskaarten, afgeleverd aan zijn arbeiders.
Deze terugbetaling kan gevraagd worden voor alle bestuurderskaarten, afgeleverd sinds 5/08/2005.
Het aanvraagformulier voor de terugbetaling van de retributie van de bestuurderskaarten kan gedownload kunnen worden via de website van het Sociaal Fonds Goederenvervoer over de weg en aanverwante activiteiten. Als u vragen hebt over deze specifieke procedure, kan u deze doormailen naar info@fst.be
Voor ondernemingen die ressorteren onder het paritair comité n°140.01
De sociale partners, vertegenwoordigd in de paritaire subcomités 140.01 (openbare autobusdiensten, bijzonder geregeld vervoer autocardiensten) hebben een protocolakkoord afgesloten, waarbij het Sociaal Fonds voor Werklieden van de Ondernemingen der Openbare en Speciale Autobusdiensten en Autocardiensten zal instaan voor de terugbetaling van de bestuurderskaarten aan alle werknemers die ingeschreven zijn binnen de ondernemingen die ressorteren onder de vermelde paritaire subcomités. Vanaf 1 oktober 2006 werd met de terugbetaling gestart.
Er werd ondermeer overeengekomen dat de werkgever één keer per geldigheidsperiode de bestuurderskaart betaalt, op voorwaarde dat de begindatum van de bestuurderskaart zich situeert in de tewerkstellingsperiode bij een werkgever behorend tot deze vermelde subsectoren.
De werkgever kan nadien de terugbetaling vragen aan het Sociaal Fonds voor de bestuurderskaarten, afgeleverd aan zijn arbeiders.
Deze terugbetaling kan gevraagd worden voor alle bestuurderskaarten, afgeleverd sinds 5/08/2005.
Het aanvraagformulier voor de terugbetaling van de retributie van de bestuurderskaarten kan gedownload kunnen worden via de website .
van het Sociaal Fonds voor Werklieden van de Ondernemingen der Openbare en Speciale Autobusdiensten en Autocardiensten .
Als u vragen hebt over deze specifieke procedure, kan u deze doormailen naar info@sociaalfondssocial.be
Hoe werkt de digitale tachograaf?
De digitale tachograaf werkt in combinatie met tachograafkaarten.
De tachograaf registreert o.a.:
- De rij- en rusttijden van de chauffeur;
- De snelheid van het voertuig;
- De gereden afstand;
- De verschillende soorten werkzaamheden zoals rijtijd, beschikbaarheidstijd, overige werktijd, werkonderbrekingen en rusttijd;
- De onregelmatigheden.
De gegevens worden op twee manieren opgeslagen: in het geheugen van het apparaat en op de persoonlijke tachograafkaart van de chauffeur. Deze bestuurderskaart houdt per chauffeur de rij- en rusttijdgegevens bij van minimaal 28 dagen. Het apparaat zelf registreert de totaalgegevens van het voertuig van minimaal de afgelopen 365 dagen.Verder bevat de digitale tachograaf een snelheidsmeter die door middel daarvan de snelheden op twee wijzen registreert:
- De snelheid per seconde over de laatste 24 uur ( of 168 uur vanaf de versie 1.3. van de DTCO 1381 VDO siemens) rijtijd. Dit kan van belang zijn voor een ongevalsanalyse.
- De overschrijdingen langer dan één minuut van de instelsnelheid van de snelheidsbegrenzer.
De bestuurderskaart registreert de activiteiten van iedere chauffeur afzonderlijk. De rij- en rusttijden zijn direct van het display af te lezen. Is de maximale ononderbroken rijtijd bijna bereikt, dan is er een visueel of sonorisch waarschuwingssignaal. ( zie evenwel vraag n°36)
Het bedrijf als gebruiker van dit voertuig moet met behulp van de eigen bedrijfskaart alle opgeslagen gegevens uit het massageheugen van de digitale tachograaf downloaden. Die gegevens kunnen bijvoorbeeld ook nuttig zijn voor de bedrijfsadministratie. ( zie ook vragen 14, 15, 17 en 18)
Voor de controlerende inspecteurs bestaat een speciale controlekaart. Daarmee hebben ze toegang tot alle gegevens die in de digitale tachograaf zijn opgeslagen.
Ook om de digitale tachograaf te kunnen activeren of ijken is een speciale werkplaatskaart noodzakelijk.
Hoe worden de rij- en rusttijden gecontroleerd ?
De bestuurderskaart is de persoonlijke kaart van een chauffeur die alleen zijn eigen rij- en rusttijden en activiteiten registreert. Dit gebeurt met behulp van de digitale tachograaf.
Als de chauffeur overstapt op een ander voertuig met een digitale tachograaf, moet de chauffeur zijn bestuurderskaart in de tachograaf van dat voertuig stoppen. De registratie wordt voortgezet, waarbij de rijtijd met het vorige voertuig wordt meegenomen in de berekening van de totale rijtijden. Ook als een chauffeur overstapt op een voertuig met een analoge tachograaf blijft de bestuurderskaart een rol spelen in de handhaving. De rijtijden van tachograafschijven en bestuurderskaart moeten dan gecombineerd worden. (zie ook vraag 9)
Wat wordt er gecontroleerd als de chauffeur afwisselend rijdt op een voertuig met een analoge en digitale tachograaf?
Belangrijke wijziging vanaf 1 januari 2008 :
Wanneer de bestuurder rijdt met een voertuig dat is uitgerust met een analoge tachograaf, moet hij op verzoek van de controleambtenaren bij een wegcontrole de volgende documenten kunnen tonen:
- de registratiebladen van de dag zelf en die welke de bestuurder de voorafgaande 28 dagen heeft gebruikt;
- de bestuurderskaart, indien hij houder is van een dergelijke kaart;
- alle handmatig opgetekende gegevens en afdrukken van de dag zelf en van de voorafgaande 28 dagen, zoals vereist uit hoofde van deze verordening en Verordening (EG) nr. 561/2006
Wanneer de bestuurder rijdt met een voertuig dat is uitgerust met een digitale tachograaf, moet hij op verzoek van de controleambtenaren bij een wegcontrole de volgende documenten kunnen tonen:
- de bestuurderskaart waarvan hij houder is;
- alle handmatig opgetekende gegevens en afdrukken van de dag zelf en van de voorafgaande 28 dagen, zoals vereist uit hoofde van de Verordening (EEG) nr .164/2014 en Verordening (EG) nr. 561/2006;
- de registratiebladen voor de periode van de dag zelf en van de voorafgaande 28 dagen en waarin hij heeft gereden met een voertuig dat is uitgerust met een analoge tachograaf.
Wat moet de chauffeur doen bij verlies of diefstal van zijn bestuurderskaart die door de Belgische kaartuitgevende instantie werd uitgereikt?
-
Het verlies of diefstal van een bestuurderskaart moet het voorwerp uitmaken van een verklaring van onvrijwillige buitenbezitstelling bij de politie.
Opgelet: Bij diefstal van de bestuurderskaart moet volgens art29.2 van de Verordening 165/2014 OOK aangifte gedaan worden bij de bevoegde autoriteiten van het land waar de diefstal zich heeft voorgedaan. Dit wordt aangeraden om o.a. bij een wegcontrole een bijkomende rechtvaardiging te kunnen voorleggen voor het niet kunnen tonen van de bestuurderskaart. Bij verlies van de bestuurderskaart in het buitenland wordt deze verplichting niet als dusdanig voorzien in de Verordening en volstaat een aangifte bij de bevoegde autoriteiten van het land dat de kaart heeft uitgegeven. - De chauffeur moet binnen zeven dagen nadat de bestuurderskaart verloren of gestolen is een aanvraag doen tot vervanging. Deze aanvraag moet ingediend worden bij de dienst Digitach (p/a ITLB). Het attest van onvrijwillige buitenbezitstelling wordt bij deze aanvraag gevoegd. Van zodra deze aanvraag verwerkt is, wordt deze bestuurderskaart gedesactiveerd en als verloren of gestolen vermeld via de Europese centrale databank.
- Zolang de chauffeur niet over een nieuwe bestuurderskaart beschikt, dient hij de rij- en rusttijden bij te houden met behulp van print-outs uit de digitale tachograaf. Vanaf 1 mei 2006 moet de bestuurder ZOWEL bij het begin van zijn rit een afdruk van de gegevens van het door hem bestuurde voertuig maken waarop hij zijn naam, nummer van zijn bestuurderskaart of rijbewijs vermeldt EN zijn handtekening plaatst EN op het einde van zijn rit een afdruk maken van de gegevens over de perioden die door de tachograaf zijn geregistreerd en en opnieuw de gegevens vermelden die zijn identificatie mogelijk maken.
- De bestuurder kan gedurende ten hoogste vijftien kalenderdagen of gedurende een langere periode als dit noodzakelijk is om het voertuig naar het bedrijf terug te rijden, zonder zijn kaart blijven rijden, mits hij het feit dat hij zijn kaart tijdens die periode niet kan tonen of gebruiken kan rechtvaardigen.
- Van zodra de aanvraag tot vervanging van de bestuurderskaart verwerkt is, wordt de status van deze bestuurderskaart door de Dienst DIGITACH gedesactiveerd en als verloren of gestolen vermeld. Deze status is ten allen tijde consulteerbaar door alle controle-instanties via de Europese centrale databank TACHONET en is daarom onherroepbaar. Het gebruik van een verloren of gestolen gemelde bestuurderskaart is strafbaar gesteld met een te innen geldsom van 2640 EUR overeenkomstig het K.B. van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Bij het terugvinden van een dergelijk verloren of gestolen gemelde kaart, moet deze kaart zo snel mogelijk aan de Dienst DIGITACH worden teruggestuurd om onregelmatigheden of (poging tot) fraude met deze kaart uit te sluiten of te voorkomen.
Het voertuig dat uitgerust is met een digitale tachograaf wordt na in verkeerstelling door een vervoersonderneming verkocht of ter beschikking gesteld in onderaanneming. Wat als er reeds gegevens, zoals rijprestaties van de bestuurders tewerkgesteld bij deze vervoersonderneming, in het geheugen van de digitale tachograaf van het voertuig zijn opgeslagen ?
- Het is sterk aan te bevelen dat in deze gevallen de gebruiker van dit voertuig voorafgaand aan de verkoop of ter beschikking stelling in onderaanneming van dit voertuig de gegevens in het geheugen van de digitale tachograaf vergrendelt met behulp van zijn bedrijfskaart omwille van het verhinderen van inzage door de opvolgende gebruiker van de gegevens van de vorige onderneming of de vorige bestuurder(s).
- Bij elke verkoop of ter beschikking stelling in onderaanneming op een termijn van meer dan 2 maanden is de onderneming wettelijk verplicht om voorafgaandelijk de gegevens van het geheugen van de digitale tachograaf te downloaden voor controle-doeleinden.
- Bovendien moet bij wijziging van nummerplaat van het voertuig het voertuig opnieuw worden aangeboden bij een erkende werkplaats voor het invoeren van de wijziging van de nummerplaat in het geheugen van de digitale tachograaf.
Een chauffeur is tewerkgesteld in verschillende bedrijven. Wat dan?
Aangezien een chauffeur maar één geldige bestuurderskaart tegelijk kan bezitten, worden alle gegevens betreffende zijn prestaties op deze bestuurderskaart opgeslagen. Dit betekent dat, indien een chauffeur zich aanbiedt voor een opdracht bij werkgever B na een opdracht bij werkgever A, de werkgever B verplicht is voorafgaandelijk aan het geven van een opdracht voor deze bestuurder de rij-en rusttijdprestaties van deze bestuurder te verifiëren en in functie van deze prestaties de chauffeur een aangepaste ritplanning te geven.
Met welke periodiciteit moeten de in het geheugen van de voertuigunit opgeslagen gegevens worden overgebracht?
De in het geheugen van de voertuigunit opgeslagen gegevens worden overgebracht naar een beveiligd extern medium ten minste om de twee maanden te rekenen vanaf de laatste overbrenging.
Indien het voertuig uit het verkeer wordt genomen of ter beschikking gesteld van een ander bedrijf in enigerlei vorm, worden de in het geheugen van de voertuigunit opgeslagen gegevens overgebracht voor de lopende periode sinds de laatste overbrenging.
Het bedrijf bewaart de overgebrachte gegevens ten minste vijf jaar.
De overgebrachte gegevens uit het geheugen van de voertuigunit van alle voertuigen van een zelfde bedrijf worden bewaard op een zelfde beveiligde plek waartoe slechts gerechtigde personen toegang hebben.
De overbrenging noch de bewaring van de gegevens mag deze wijzigen of aantasten.
Met welke periodiciteit moeten de in het geheugen van bestuurderskaarten opgeslagen gegevens worden overgebracht?
De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens worden overgebracht naar beveiligde externe media ten minste om de eenentwintig dagen vanaf de laatste overbrenging.
Het woord "dagen" moet begrepen worden als "elke kalenderdag waarop de kaart wordt gebruikt of waarvoor de bestuurder handmatig activiteiten heeft ingevoerd."
De in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens worden overgebracht voor de lopende periode sinds de laatste overbrenging, wanneer de bestuurder zijn activiteiten binnen het bedrijf stopzet of vóór de kaart voor vervanging of vernieuwing naar de bevoegde instelling teruggestuurd wordt.
Het bedrijf bewaart de overgebrachte gegevens ten minste twee jaar.
De overgebrachte gegevens uit het geheugen van de bestuurderskaart van alle door dit bedrijf tewerkgestelde bestuurders worden bewaard op een zelfde beveiligde plek waartoe slechts gerechtigde personen toegang hebben.
De overbrenging noch de bewaring van de gegevens mag deze wijzigen of aantasten.
Wat indien de chauffeur niet in de mogelijkheid is om zijn bestuurderskaart binnen de vastgelegde periode van 21 dagen uit te lezen?
De wetgeving voorziet inderdaad dat de in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens worden overgebracht naar beveiligde externe media ten minste om de eenentwintig dagen vanaf de laatste overbrenging. De controle-instanties hebben de bevoegdheid het niet-naleven van deze reglementering (het ontbreken van dergelijke gegevens) op basis van de concrete omstandigheden te beoordelen.
Welke gegevens worden op de chip van de bestuurderskaart opgeslagen?
Op de bestuurderskaart, die door de Belgische kaartuitgevende instantie wordt uitgegeven zijn o.a. de volgende gegevens op de chip van de kaart vastgelegd. Deze gegevens moeten o.a. een nauwkeurige identificatie van de chauffeur mogelijk maken.
Kaartidentificatiegegevens:
- kaartnummer;
- code van de lidstaat van afgifte en benaming van de kaartuitgevende instantie;
- datum van start en einde van geldigheid van de kaart;
- datum waarop de kaart werd uitgegeven.
Identificatiegegevens van de chauffeur (kaarthouder):
- de naam van de chauffeur;
- de voorna(a)m(en) van de chauffeur;
- geboortedatum;
- voorkeurstaal.
Rijbewijsgegevens:
- lidstaat en autoriteit van afgifte;
- rijbewijsnummer (op het moment van afgifte van de kaart).
De bestuurderskaart registreert de volgende gegevens van tenminste 28 dagen per kalenderdag:
- datum en tijd van het eerste gebruik van het voertuig;
- kilometerstand van het voertuig bij het eerste gebruik;
- datum en tijd van het laatste gebruik van het voertuig;
- kilometerstand van het voertuig bij het laatste gebruik;
- kentekennummer en lidstaat waar het voertuig ingeschreven is;
- de totale afstand die de bestuurder gedurende deze dag heeft afgelegd;
- de status van de bestuurders (alleen/met ploeg);
- e activiteiten (rijden, beschikbaarheid, werken, onderbreking/rust).
Tevens worden hier ook de gegevens betreffende de handmatige invoer opgeslagen:
- de datum en tijd van de invoer;
- de soort activiteit;
- het ingevoerde land (en de ingevoerde regio).
Hoe gaat het overbrengen (downloaden) van gegevens vanuit het massageheugen van de digitale tachograaf en/of vanuit de chip van de bestuurderskaart in zijn werk?
Zowel de gegevens vanuit het massageheugen van de digitale tachograaf als vanuit de chip van de bestuurderskaart moeten regelmatig overgebracht worden.
Verschillende oplossingen zijn hiervoor door gespecialiseerde ondernemingen ontwikkeld en zullen nog verder ontwikkeld worden. Deze oplossingen zijn divers, moduleerbaar en afhankelijk van de vrije keuze van de onderneming in kwestie. Bijgaand wordt een onderscheid gemaakt naargelang de overdracht van gegevens gebeurt vanuit het massageheugen van de digitale tachograaf en/ of de chip van de bestuurderskaart of uitsluitend vanuit de chip van de bestuurderskaart.
1. Overdracht van gegevens vanuit het massageheugen van de digitale tachograaf en de chip van de bestuurderskaart
Het overbrengen (downloaden) van de gegevens vanuit het massageheugen van de digitale tachograaf kan uitsluitend geïnitieerd worden met een bedrijfskaart. Indien de bestuurderskaart in de digitale tachograaf werd ingebracht, kunnen de gegevens vanuit de chip van deze kaart eveneens mee gedownload worden.
Daarnaast zijn bijkomende hulpmiddelen noodzakelijk, enerzijds bestemd voor het verrichten van de overdracht van de gegevens zelf en anderzijds voor het archiveren van deze gegevens voor controledoeleinden of voor de verwerking van de loonberekening en de analyse en opvolging van de ritplanningen.
1.1.Hulpmiddelen voor het verrichten van de overdracht van de gegevens
Deze hulpmiddelen zijn ondermeer een downloadtool of een speciale kabel voor de verbinding tussen de digitale tachograaf en een computer. Een downloadtool kan een speciaal type memorystick zijn met een tachograafaansluiting (al dan niet met USB-poort) en voorzien van een downloadprogramma en met een geheugencapaciteit om tijdelijk data op te slaan.
Wanneer een boordcomputer in het voertuig is ingestalleerd kunnen deze gegevens ook via 3G/4G of WIFI-communicatie doorgestuurd worden naar een server die ter beschikking staat van het bedrijf.
Boordcomputerleveranciers Transics, Qualcomm, Sonal et Groeneveld IT (nieuwe benaming Greencat), Fleetboard ontwikkelen specifieke toepassingen op hun boordcomputers in samenspraak met de tachograafproducenten.
maar ook de tachograafproducenten zelf ontwikkelen on board units (OBU), waardoor het mogelijk wordt zowel data van de chauffeurskaart als data vanuit het massageheugen van de digitale tachograaf naar de onderneming te verzenden.
Sommige tools zijn momenteel gelanceerd, zoals de Remote Download Device (DLD®) van Siemens VDO voor de versies vanaf 1.3. van de DTCO 1381, de DigiRD remote download Phelect en ubidata.
Voor het doorsturen van de data vanop de bestuurderskaart is geen bedrijfskaart nodig. Voor het doorsturen van de data vanuit het massageheugen is een (logische of fysische) toegang tot een bedrijfskaart noodzakelijk.
1.2. Hulpmiddelen voor het archiveren van de gegevens voor controledoeleinden of voor de verwerking van de loonberekening en de analyse en opvolging van ritplanningen.
Specifieke oplossingen zijn hiervoor beschikbaar met mogelijkheden die afhankelijk zijn van het doel van deze opslag: ofwel betreft het softwarepakketten die bij aankoop of bij abonnement in vrij beheer ter beschikking zijn bij de onderneming zelf ofwel betreft het een WEB-dienst die aangeboden wordt door een gespecialiseerde onderneming met een log-in paswoord.
2. Overdracht van gegevens uitsluitend vanuit de chip van de bestuurderskaart.
Een bestuurderskaart kan ook uitgelezen worden o.a. voor downloaddoeleinden door een kaartlezer (card reader) die door de onderneming ter beschikking wordt gesteld van de bestuurders. Daarnaast zijn ook de oplossingen, voorzien onder 1.2 hierboven, eveneens noodzakelijk.
Welke totaaloplossingen zijn momenteel beschikbaar op de Belgische markt (downloadtools, archiverings- en verwerkingssoftware, enz...) voor ondernemingen die gebruik maken van voertuigen die uitgerust zijn met een digitale tachograaf?
De totaaloplossingen, zijnde de softwarepakketten, downloadtools, enz., die momenteel op de markt zijn gebracht, zijn ondermeer ontwikkeld door gespecialiseerde ondernemingen en door de tachograafproducenten zelf.
Het overzicht van de aangeboden oplossingen die ontwikkeld werden is hier op deze site niet limitatief en onderhevig aan voortdurende opvolging. Bijkomende leveranciers kunnen zich evenwel altijd melden bij de dienst Digitach om na verificatie vermeld te worden op de site. Deze vermelding houdt in geen enkel geval een kwaliteitsoordeel in van de oplossing zelf. De controle-instanties hebben nl. de bevoegdheid het beoordelen van deze oplossing in functie van het naleven van de download- en archiveringsverplichting op basis van de concrete omstandigheden te beoordelen. De dienst Digitach behoudt zich daarom het recht voor op elk ogenblik te beslissen deze opsomming van deze oplossingen op deze site te verwijderen.
De producenten van de digitale tachografen die momenteel op Europees niveau gehomologeerd zijn en die momenteel een totaaloplossing voor download- en archiveringsdoeleinden aanbieden, worden in België vertegenwoordigd door de volgende verkoopsagenten:
- RAUWERS NV, verkoopsagent in België voor het type van digitale tachograaf van Siemens VDO Automotive AG / DTCO 1381, Navezstraat 78-86, B-1000 Brussel, +32(02)/240.09.00
- PHELECT bvba, verkoopsagent in België voor ACTIA / Smartach STD en voor Stonerigde El. AB/SE 5000, Zoning Industriel des Plénesses, Route des Trois Entités 15, B-4890 Thimister-Clermont, +32(0)87/56 02 74.
Naast deze verkoopsagenten van de tachograafproducenten (Stoneridge heeft ook zijn eigen totaaloplossing OPTAC), zijn er voorlopig ook gespecialiseerde software-ondernemingen, die een totaaloplossing ter beschikking stellen voor het downloaden, verwerken en archiveren van data vanuit de digitale tachograaf: ( zie evenwel ook vraag n°17 betreffende de boordcomputers en OBU)
- D.I.S., in België vertegenwoordigd door EPPE, Neuvice 113, 4420 Montegnée, Tél.: +32.(0)4.247.63.38, eppe@ingrif.com. DIS werd overgenomen door Transics;
- Easytach, te bestellen via Febetra, Stapelhuisstraat 5a 1020 Brussel, Tel.:02/421.51.83 - info@febetra.be.
- OpenICT bvba, Orditool product Suite, Haachtsesteenweg 322C, 1910 Kampenhout 1910, Tel: +32 (0)2/ 342 01 90 Fax: +32 (0)2/342 01 93; info@orditool.com
Boordcomputerleveranciers Transics, Qualcomm, Sonal en Groeneveld IT (nieuwe benaming Greencat), hebben ook specifieke toepassingen op hun boordcomputers ontwikkeld.
Kan een controlerende ambtenaar zien of er gemanipuleerd is met een digitale tachograaf?
De controlerende ambtenaar kan met zijn controlekaart alle gegevens van de afgelopen 365 dagen terugvinden op de digitale tachograaf. Zo kan hij bijvoorbeeld het gebruik van een ongeldige kaart, onderbreking van de stroomvoorziening of poging tot inbreuk op de beveiliging zien of alle gegevens opvragen van iedere bestuurder die met dat voertuig heeft gereden van om het even door welke onderneming deze bestuurder werd tewerkgesteld.
Wat moet een chauffeur doen wanneer hij bemerkt dat de digitale tachograaf tijdens een rit niet meer functioneert ?
Gedurende de tijd dat de digitale tachograaf niet of gebrekkig werkt, brengt de bestuurder de gegevens betreffende de tijdgroepen, voorzover de digitale tachograaf deze niet meer correct registreert of afdrukt, op een bij de de bestuurderskaart te voegen bijzonder blad waarop hij de gegevens vermeldt waardoor hij kan worden geïdentificeerd (naam en/of nummer van zijn rijbewijs en/ nummer van zijn bestuurderskaart), voorzien van zijn handtekening.
Moet een chauffeur zelf aangeven of hij rijdt of rust, of gaat dat automatisch?
De eerste generatie digitale tachografen ( gelanceerd tussen augustus 2005 en eind 2007) zijn zo geconfigureerd dat, wanneer het voertuig stopt met rijden, het pictogram "andere werkzaamheden" automatisch wordt geactiveerd en als dusdanig bij stilstand "werktijd" wordt geregistreerd. Indien de chauffeur toch bijvoorbeeld andere activiteiten moet verrichten, moet hij de pijltoetsen manipuleren en positioneren op het corresponderende symbool. (rust- of beschikbaarheidstijd).
Nieuwe versies van digitale tachografen, zoals de versie 1.2.A (gelanceerd in voorjaar 2008) (of de versie 1.2 na het doorvoeren van de vereiste upgrade) van Siemens VDO Automotive AG / DTCO 1381, van het type Actia Smartach of Stoneridge SE 500 hebben evenwel de typegoedkeuring verkregen van respectievelijk de Duitse, Franse en Zweedse bevoegde homologatie-overheid om voor deze types van tachografen een pre-set optie te voorzien die respectievelijk op basis van een werkplaatskaart en een bedrijfskaart kan geactiveerd worden om een periode van stilstand van het voertuig by default te laten registreren als rusttijd.
In België is voor de Siemens VDO DTCO 1381 type 1.2 vanaf september 2008 de activatie van de preset optie mogelijk via tussenkomst van de geschoolde technicus van de werkplaats.
De versies 1.3., 1.4, 2.0, 2.0A en 2.1 (gelanceerd respectievelijk in 2009, 10-2011, 10-2012, 12-2012 en 2014) van Continental AG/Siemens VDO DTCO 1381 beschikken zelfs standard over deze mogelijkheid.
Deze opties of mogelijkheden voor een registratie van een periode van stilstand van een voertuig als rusttijd by default ontneemt evenwel op geen enkel moment de verantwoordelijkheid van de chauffeur op basis van de Verordening (EEG) n° 165/2014 om zijn activiteiten door de digitale tachograaf te laten registreren in overeenstemming met zijn effectieve tijdsbestedingen.
Moet ik een bestuurderskaart hebben als ik werk voor een bedrijf dat zowel voertuigen gebruikt die uitgerust zijn met analoge tachograaf als voertuigen die uitgerust zijn met een digitale tachograaf?
De bestuurder is verplicht een bestuurderskaart te gebruiken op een voertuig dat uitgerust is met een digitale tachograaf. Als de bestuurder bij een bedrijf werkt die zowel voertuigen gebruikt die uitgerust zijn met digitale tachografen als met analoge tachografen en toch enkel de beschikking krijgt over voertuigen met een analoge tachograaf, is de bestuurderskaart voor die chauffeur niet verplicht, maar wordt de rotatiemogelijkheid in de planning van die bestuurder beperkt.
Anderzijds, als de chauffeur toch reeds houder is van een bestuurderskaart, is hij op basis van de Verordening n° 165/2014 gehouden deze kaart altijd bij zich te houden in het voertuig, ook al bestuurt hij een voertuig dat uitgerust is met een analoge tachograaf. ( zie vraag n°9 infra)
Blijven de voertuigen die zijn vrijgesteld van de analoge tachograaf eveneens vrijgesteld van de digitale tachograaf?
VANAF 11 APRIL 2007 is de Verordening (EEG) nr. 3820/85 inzake de rij-en rusttijden ingetrokken en vervangen door de Verordening (EG) nr 561/2006pdf 421,5 KB die een wijziging inhoudt van de vroegere rij- en rusttijdreglementering.
Bovendien is ook de lijst van vrijstellingen en afwijkingen aangepast (laatste aanpassing op basis van Verordening 165/2014 van 4 februari 2014)
Wanneer een digitale tachograaf werd geïnstalleerd in een voertuig, maar het vervoer of het voertuig is vrijgesteld van het gebruik van de tachograaf, dan moet men de functie "out" , die voorzien is op het toestel, activeren.
Wat gebeurt er wanneer de maximale geheugencapaciteit van de chip van de bestuurderskaart of van het intern massageheugen van de digitale tachograaf bereikt is?
De geheugencapaciteit van de chip van de bestuurderskaart is voorzien om de verschillende prestaties van de bestuurder gedurende minstens 28 dagen op te slaan. Het massageheugen van de digitale tachograaf zelf is voorzien om o.a. de data van alle bestuurders die met dat voertuig hebben gereden gedurende 365 dagen op te slaan.
De opslag in het geheugen van de chip van de bestuurderskaart of in het geheugen van de digitale tachograaf is evenwel circulair georganiseerd; dat betekent dat de meest actuele gegevens de oudste opgeslagen gegevens automatisch overschrijven. Hierdoor wordt er verzekerd dat altijd de nieuwste gegevens die relevant zijn voor het naleven van de rij- en rusttijden worden opgeslagen en hierdoor is het daarom ook verplicht de opgeslagen gegevens regelmatig te downloaden. ( zie vragen 13 en 14)
Is een chauffeur die als zefstandige een eensmanszaak uitbaat verplicht naast zijn bestuurderskaart ook een bedrijfskaart aan te vragen?
Ja, een chauffeur die een voertuig bestuurt dat uitgerust is met een digitale tachograaf is inderdaad verplicht een bestuurderskaart te gebruiken, wanneer het voertuig en het vervoer in kwestie onderworpen is aan de naleving van de Verordening (EEG) n° 561/2006 inzake de registratie van de rij-en rusttijden.
Bovendien is het verplicht dat een onderneming een bedrijfskaart gebruikt, vermits art.34§1 van het K.B. van 17-10-2016 voorschrijft dat de in het geheugen van de voertuigunit opgeslagen gegevens naar een beveiligd extern medium ten minste om de twee maanden te rekenen vanaf de laatste overbrenging moeten worden overgebracht. Deze overbrenging kan enkel maar geïnitieerd worden mits het inbrengen van een bedrijfskaart in de digitale tachograaf.
Om die reden is dan ook de onderneming opgericht onder de vorm van een eenmanszaak verplicht een bedrijfskaart op naam van de eenmanszaak aan te vragen. De aanvraag van een bedrijfskaart gebeurt na validatie door de Dienst Digitach van het ondernemingsnummer, dat aan alle ondernemingen werd toegekend. Dit nummer is opgeslagen in de Kruispuntbank voor Ondernemingen en is in feite samengesteld uit het BTW-nummer dat voorafgegaan wordt door een O of een 1.
Naast de typische functionaliteit van de bedrijfskaart kan deze ook gebruikt worden voor het blokkeren van inzage en overbrenging door andere gebruikers van de data die toebehoren aan de eenmanszaak in de gevallen dat voertuig verhuurd of verkocht wordt.
Het is toegelaten dat een bedrijf over meerdere bedrijfskaarten per ondernemingsnummer kan beschikken.
Verdere informatie over de mogelijkheden van overbrenging en opslag op beveiligde externe media kan verkregen worden bij de gespecialiseerde ondernemingen of de verkoopsagenten van de digitale tachograafapparatuur. (zie vraag N°18)Hoeveel bedrijfskaarten mag ik voor mijn onderneming aanvragen?
Het is wettelijk verplicht dat een onderneming over minstens één bedrijfskaart per ondernemingsnummer beschikt ( zie vraag 25).
Het is evenwel toegelaten dat een onderneming meerdere bedrijfskaarten per ondernemingsnummer kan aanvragen.
Het aantal bedrijfskaarten dat aangevraagd kan worden, moet worden aangegeven in het daartoe voorziene vakje op het aanvraagformulier voor een bedrijfskaart. Op elk ogenblik kunnen evenwel bijkomende bedrijfskaarten besteld worden.
Hoeveel bedrijfskaarten een onderneming evenwel nodig heeft of zal hebben, is een vraag die elk bedrijf individueel moet beantwoorden.
Het totale aantal benodigde bedrijfskaarten per onderneming moet nl. geëvalueerd worden in functie van:
- het aantal voertuigen, dat binnen het bedrijf uitgerust is met een digitale tachograaf
- het gemak waarmee men operationeel wil omspringen in het overbrengen van de data vanuit de bestuurderskaarten of vanuit het massageheugen van de digitale tachograaf en
- deventueel de frequentie waarmee sommige bestuurders meerdere weken niet naar de standplaats van het voertuig terugkeren en dit gekoppeld aan de bereidheid van het bedrijf om deze bestuurders te voorzien in een bedrijfskaart en in technische ondersteuning voor het overbrengen van de geregistreerde gegevens.
Het is evenwel hoegenaamd niet verplicht om evenveel bedrijfskaarten te hebben als voertuigen uitgerust met een digitale tachograaf of als bestuurders uitgerust met een bestuurderskaart.
Let op: de bedrijfskaart is technisch niet voorzien voor het capteren van de registraties van rij-en rusttijden en kan dus hoegenaamd niet gebruikt worden als vervanging van een bestuurderskaart.
Wat zijn een aantal belangrijke wijzigingen bij het operationeel gebruik van de digitale tachograaf ten aanzien van het gebruik van de analoge tachograaf?
1. De periodes van stilstand van het voertuig tijdens de rijperiodes van de chauffeur.
De periodes van stilstand van het voertuig tijdens de diensttijd of dagtaak van de chauffeur moeten nog altijd door de chauffeur zelf via de aanwezige pijltoetsen op het apparaat in overeenstemming met zijn effectieve activiteiten (werktijd, beschikbaarheidstijd of rusttijd) worden geregistreerd.
De eerste generatie digitale tachografen ( gelanceerd tussen augustus 2005 en eind 2007) zijn zo geconfigureerd dat, wanneer het voertuig stopt met rijden, het pictogram "andere werkzaamheden" automatisch wordt geactiveerd en als dusdanig bij stilstand "werktijd" wordt geregistreerd. Indien de chauffeur toch bijvoorbeeld andere activiteiten moet verrichten, moet hij de pijltoetsen manipuleren en positioneren op het corresponderende symbool. (rust- of beschikbaarheidstijd)
Ten gevolge van sommige hardnekkige gewoontes bij bepaalde chauffeurs moet deze wijziging in gebruik van deze generatie van digitale tachografen uitdrukkelijk naar de chauffeurs toe worden gecommuniceerd.
Nieuwe versies van digitale tachografen, zoals de versie 1.2.A (gelanceerd in voorjaar 2008) (of de versie 1.2 na het doorvoeren van de vereiste upgrade) van de Siemens VDO DTCO 1381, van het type Actia Smartach of Stoneridge SE 500 hebben evenwel de typegoedkeuring verkregen van respectievelijk de Duitse, Franse en Zweedse bevoegde homologatie-overheid om voor deze types van tachografen een pre-set optie te voorzien die respectievelijk op basis van een werkplaatskaart en een bedrijfskaart kan geactiveerd worden om een periode van stilstand van het voertuig by default te laten registreren als rusttijd.
In België is voor de Siemens VDO DTCO 1381 type 1.2 vanaf september 2008 de activatie van de preset optie mogelijk via tussenkomst van de geschoolde technicus van de werkplaats.
De versies 1.3., 1.4, 2.0, 2.0A en 2.1 (gelanceerd respectievelijk in 2009, 10-2011, 10-2012, 12-2012 en 2014) van Continental AG/Siemens VDO DTCO 1381 beschikken zelfs standard over deze mogelijkheid.
Deze opties of mogelijkheden voor een registratie van een periode van stilstand van een voertuig als rusttijd by default ontneemt evenwel op geen enkel moment de verantwoordelijkheid van de chauffeur op basis van de Verordening (EG) n° 165/2014 om zijn activiteiten door de digitale tachograaf te laten registreren in overeenstemming met zijn effectieve tijdsbestedingen.
2. Bij begin van de diensttijd of een rit van een chauffeur in een voertuig dat uitgerust is met een digitale tachograaf.
Wanneer de chauffeur aan het begin van de dienst zijn bestuurderskaart inbrengt en wanneer hij zijn kaart weer opvraagt moet hij het land opgeven, waarin hij zich op dat moment bevindt. In geval van inbreng of opvragen van de bestuurderskaart in Spanje moeten daarnaast ook de landregio’s worden geselecteerd.
Wanneer de chauffeur bepaalde andere activiteiten, die hij voor of na zijn rijtijd, maar gedurende zijn diensttijd heeft verricht, in de digitale tachograaf wil toevoegen, moet hij de periodes in UTC-tijd (Universal Time Coordinated) invoeren. De UTC-tijd is de standaardtijd, die overeenstemt met de tijdzone van de nulmeridiaan van Greenwich. De UTC-tijd is in België één uur, en met zomertijd twee uur minder, dan de lokale tijd.
Op alle print-outs wordt altijd UTC-tijd gebruikt.
3. Bij het begin van het gebruik van een voertuig dat uitgerust is met een digitale tachograaf binnen een bepaalde onderneming
Om het gebruiksgemak van downloadtools of ondersteunende software voor archiverings-of verwerkingsdoeleinen (zie vragen 17 en 18) van de data die door de digitale tachograaf worden geregistreerd te faciliteren is het sterk aanbevolen om de bedrijfskaart van dat bedrijf in de digitale tachograaf in te brengen onmiddellijk bij het in dienst nemen of gebruiken van het betrokken voertuig door een chauffeur van het betrokken bedrijf en d.m.v de bedrijfskaart een vergrendeling (lock-in) te activeren voor de in de toekomst te registreren gegevens. Door deze lock-in kunnen de data van de chauffeurs op een meer eenvoudiger manier worden gerepertorieerd binnen de vergrendeling d.m.v de bedrijfskaart toebehorend aan dat bedrijf en kunnen de downloadprogramma's gemakkelijker worden geinitialiseerd en geconfigureerd.
4. Bij het vrijwillig gebruik van ander telematicatoestel (black box systeem, commercieel opvolgingssysteem voor activiteiten van chauffeurs) naast of in combinatie met het wettelijk verplicht gebruik van de digitale tachograaf.
Bepaalde bedrijven willen naast de wettelijk verplichte digitale tachograaf ook bijkomende opvolgingssystemen voor hun chauffeurs in het voertuig installeren en dit uitsluitend op vrijwillige basis of op vraag van de bepaalde opdrachtgevers.
Deze praktijk is uiteraard toegelaten op voorwaarde dat dit in een arbeidsreglement naar de werknemers toe wordt medegedeeld, maar toch moet er op gewezen worden dat in het kader van de controle van de naleving van de rij-en rusttijden het enig wettelijk aanvaarde bewijsmateriaal naar controle-instanties de registraties zijn die door de tachograaf zijn gecapteerd.
In dit verband is het dan ook vermeldenswaardig dat de configuratie van de digitale tachograaf, geactiveerd voor 1-10-2011 op basis van de Verordening wettelijk zo werd ingesteld dat alle veranderingen van activiteiten van de chauffeur door de digitale tachograaf geregistreerd worden met een resolutie van 1 minuut.
Door deze relatief hoge resolutie van 1 minuut bij registratie door de digitale tachograaf is er soms een tijdsdiscrepantie op het vlak van de totaaltijd van een bepaalde activiteit van een chauffeur ten aanzien van de opvolgingssystemen die momenteel op basis van b.v. een resolutie van 1 seconde de activiteiten van de chauffeur registreren. Daardoor kan er d.m.v. de commerciële opvolgingssystemen b.v. een totale dagelijkse rijtijd van exact 10 uur worden opgemeten, terwijl op basis van de registraties door de digitale tachograaf de totale dagelijkse rijtijd b.v. 10 uur 15 minuten is. De chauffeurs moeten daarom degelijk worden geïnformeerd over deze bestaande mogelijkheid van tijdsdiscrepantie.
De enig wettelijk aanvaarde registratie is evenwel deze door de digitale tachograaf die daartoe door een door de overheid erkende werkplaats is geijkt op basis van de wettelijk voorziene standaards in de bijlage van de verordening.
Bij het vaststellen tijdens een wegcontrole door de bevoegde controle-instanties van (een) bepaalde overschrijding(en) van de dagelijkse of wekelijkse rijtijd of de (on)onderbroken rijperiode(s) kunnen deze instanties eventueel een bepaalde tolerantie toestaan, wanneer deze overschrijding(en) het gevolg zou(den kunnen zijn van deze wijze van configuratie. De FOD Mobiliteit en Vervoer heeft bij Overeenkomst dd 22 oktober 2008 tussen de Staatssecretaris voor Mobiliteit en de beroepsfederaties van transporteurs in het goederen- en personenvervoer over de weg de opdracht gekregen om informatie te verspreiden over een zekere tolerantie in hoofde van de controle-instanties voor chauffeurs van voertuigen die veelvuldig stoppen en die uitgerust zijn met een digitale tachograaf. Deze tolerantie is gebaseerd op de Richtsnoer 4 bij de Verordening (EG) n°561/2006 krachtens beslissing van de Legal Working Group in uitvoering van art. 22(4) van de Verordening n° 561/2006 : Registratie van de rijtijden aan de hand van digitale tachografen bij vervoersactiviteiten met frequente stops en met veel afleverpunten. De Europese Commissie benadrukt evenwel dat de uiteindelijke interpretatiebevoegdheid bij het Europees Hof van Justitie berust.
Alle controle-instanties behouden evenwel de volledige discretionaire bevoegdheid om deze overschrijdingen op basis van de concrete omstandigheden te beoordelen.
Vanaf welk exact tijdstip zal de digitale tachograafkaart door de digitale tachograaf aanvaard worden als een geldige kaart?
Elke digitale tachograafkaart kan geïdentificeerd worden aan de hand van enkele gegevens die grafisch op de kaart zelf worden gepersonaliseerd, maar die ook bij productie van de kaart in de chip van de kaart worden ingebracht.
Een van deze gegevens is de datum van start van geldigheid van de kaart. De datum die op de kaart onder punt 4a) grafisch wordt gepersonaliseerd heeft nl. naast een specifieke datum van begin van geldigheid van de kaart OOK een specifiek tijdstip (uur) van begin van geldigheid en dit is geprogrammeerd op 18.00 UTC-tijd van de dag die op de kaart werd vermeld. ( Voor meer uitleg over UTC-tijd zie vraag N°31)
Pas vanaf dat concreet tijdstip zal de kaart door de digitale tachograaf als geldig worden aanvaard.
Zijn er specifieke opleidingen voorzien voor het gebruik van de digitale tachograaf?
Dit antwoord vereist een differentiatie naargelang de invalshoek van waaruit een persoon met de digitale tachograaf wordt geconfronteerd en naargelang de wijze waarop de opleiding didactisch opgebouwd is.
OMen kan onder andere de volgende invalshoeken onderscheiden:
- het operationeel gebruik van de digitale tachograaf door een chauffeur;
- het operationeel gebruik van de digitale tachograaf door een wagenparkbeheerder of een onderneming, inclusief het omgaan met de toepassingen voor het beheer en archiveren van geregistreerde data en de toepassingen voor loonverwerking en opvolging van ritplanningen op basis van deze data;
- het operationeel gebruik van de digitale tachograaf door een wegcontroleur en/of bedrijfscontroleur,
- het operationeel gebruik van de digitale tachograaf door een erkende werkplaats, inclusief de technische aspecten verbonden aan het activeren en ijken van de digitale tachograaf en het downloaden van de geregistreerde data;
Elke invalshoek heeft voor de opbouw van de opleiding een eigen benadering en dus ook een eigen oplossing.
Deze opleidingen worden ofwel
- ad hoc door gespecialiseerde ondernemingen gegeven op vraag van de klant vanuit zijn specifieke invalshoek;
- ad hoc door de sociale partners, sectorfondsen, kamers van koophandel of door gespecialiseerde ondernemingen en lesgevers aangeboden;
Anderen zijn ontwikkeld als een zelfstudiepakket en nog andere zullen zeker nog verder ontwikkeld worden.
Al deze oplossingen zijn divers, moduleerbaar en afhankelijk van de keuze van de onderneming in kwestie en uiteraard geïnspireerd door een efficiënt gebruik van de tachograaf in het belang van de verkeersveiligheid in al haar aspecten.
Wat betreft de aspecten inzake het omgaan met de toepassingen voor het beheer, archiveren, opvolging van de geregistreerde data door de wagenparkbeheerder of de onderneming in een kader van een dienst naverkoop kan er verwezen worden naar het antwoord op vraag 18 en de opleidingssessies die regelmatig door deze ondernemingen worden aangeboden.
Wat betreft de wettelijk verplichte opleiding voor werkplaatsen om door de overheid erkend te worden als werkplaats voor het activeren en ijken van de digitale tachograaf kan er verwezen worden naar:
- RAUWERS SA, averkoopsagent in België voor het type van digitale tachograaf van Siemens VDO Automotive AG / DTCO 1381, Navezstraat 78-86, B-1000 Brussel +32(02)/240.09.00
- Phelect bvba, verkoopsagent in België voor ACTIA / Smartach STD n voor Stonerigde El. AB/SE 5000, Zoning Industriel des Plénesses, Route des Trois Entités 15, B-4890 Thimister-Clermont, +32.(0)87/56 02 74.
Moet een uitgereikte bestuurderskaart tijdens de lopende geldigheidsperiode worden vervangen omwille van een nieuw rijbewijsnummer van de houder van de bestuurderskaart?
Dit antwoord wordt gebaseerd op de Europese regelgeving, waar in bijlage van de Verordening wordt vermeld dat het rijbewijsnummer dat op de bestuurderskaart wordt gepersonaliseerd dat nummer moet zijn dat op het moment van afgifte van de bestuurderskaart overeenstemt met een geldige rijbewijscategorie voor de toewijzing van zijn bestuurderskaart.
Noch de Europese, noch de nationale wetgeving leggen evenwel de verplichting op om de bestuurderskaart te vervangen bij wijziging van alleen maar het rijbewijsnummer dat nadien tijdens de geldigheidsperiode van de bestuurderskaart wordt toegekend door toevoeging van een andere rijbewijscategorie op zijn rijbewijs of bij vernieuwing van zijn lopende rijbewijscategorie door een medische keuring of bij het uitreiken van een duplicaat van dit rijbewijs.
Op basis van deze redenen moet een bestuurderskaart niet enkel om reden van de wijziging van het rijbewijsnummer of toevoeging van een rijbewijscategorie op het rijbewijs van de bestuurder worden vervangen.De controle-instanties hebben evenwel wel de bevoegdheid het niet-naleven van de reglementering inzake het rijden van een voertuig zonder geldig rijbewijs of zonder aangepaste rijbewijscategorie tijdens een wegcontrole op basis van de concrete omstandigheden te beoordelen en dit onafhankelijk van het feit of de bestuurderskaart, waarop een ander rijbewijsnummer is vermeld, nog steeds geldig is of niet.
Wat is het verschil tussen UTC-tijd en de tijd vertoond op het scherm ( display) van de tachograaf ?
De digitale tachograaf registreert effectief de gegevens op basis van de UTC-tijd, die als parameter moet ingebracht worden tijdens de ijking van de tachograaf door een erkende werkplaats.
De UTC-tijd is de standaardtijd, die overeenstemt met de tijdzone van de nulmeridiaan van Greenwich. De UTC-tijd is in België één uur, en met zomertijd twee uur minder, dan de lokale tijd. Op alle print-outs wordt altijd UTC-tijd gebruikt.
De tijd die op het display wordt getoond kan naargelang de chauffeur worden aangepast en is op zich niet als een wettelijke referentie te beschouwen, maar enkel als gebruiksgemak voor de chauffeur, met dien verstande evenwel hij toch moet opletten, mocht hij manueel gegevens in de tachograaf inbrengen, hij deze gegevens moet inbrengen in UTC-tijd en niet op basis van de door hem aangepaste displaytijd.De garage of atelier kan u daarbij helpen of op basis van de gebruikershandleiding die door hen is meegeleverd in functie van het merk van de digitale tachograaf.
Mag de werkgever bij vrijwillig vertrek of ontslag van de chauffeur de bestuurderskaart inhouden?
Nee, in geen enkel geval!
De bestuurderskaart is persoonlijk een werkinstrument voor de chauffeur en mag niet worden ingehouden door de werkgever bij vrijwillig vertrek of ontslag van de chauffeur. De werkgever is uiteraard verantwoordelijk als burgerrechtelijke aansprakelijke partij voor de activiteiten en de eventuele inbreuken die op de bestuurderskaart zijn terug te vinden, maar enkel voor de activiteiten tot op de datum van vrijwillig vertrek en/of ontslag en die uiteraard toegewezen kunnen worden aan activiteiten in opdracht van deze werkgever.
Art 34 §1 van het KB van 17-10-2016 bepaalt nl. dat wanneer de bestuurder zijn activiteiten binnen het bedrijf stopzet, de in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens door de werkgever moeten worden overgebracht voor de lopende periode sinds de laatste overbrenging. Na de overbrenging van deze data MOET de kaart worden vrijgegeven aan de werknemer.
Deze regel heeft natuurlijk repercussies op de betaling of terugbetaling van deze bestuurderskaart. Voorlopig is voor deze omstandigheid geen wettelijke regeling voorzien wie moet instaan voor de betaling of terugbetaling van de kaart.Voorlopig zorgt enkel het Sociaal Fonds voor het goederenvervoer over de weg (PC 140.03) en het Sociaal Fonds voor het personenvervoer voor een sectoriele terugbetaling van de eerste aanvraag van een bestuurderskaart voor de geldigheidsperiode voor de loontrekkende chauffeurs die ingeschreven staan onder de RSZ code 083 en 084.
In alle andere sectoren bestaat voorlopig dergelijke regeling niet. Deze bedrijven hebben dus de discretionaire bevoegdheid om dit onderling tussen werkgever en werknemer te regelen via BIJVOORBEELD een overeenkomst tussen partijen, als dit nodig zou moeten zijn en KAN er bv. in onderling akkoord een clausule worden opgenomen in het arbeidscontract of in het arbeidsreglement dat BIJVOORBEELD de bestuurderskaart wordt betaald door de werkgever, maar met een terugbetalingoptie pro rata de geldigheidsduur die nog rest bij vrijwillig vertrek en/of ontslag van de chauffeur.
Is de Verordening n°561/2006 ook van toepassing op voertuigen die weliswaar ressorteren onder het toepassingsgebied van deze verordening, maar die (al dan niet gedeeltelijk) rijden op niet-voor-openbaar- gebruik-toegankelijke wegen?
De bepalingen, opgenomen in de Sociale Verordening (EG) n° 561/2006 moeten inderdaad nageleefd worden bij elke verplaatsing verricht door een persoon aan het stuur van een voertuig in lege of beladen toestand en die ressorteert onder haar toepassingsgebied, maar dit enkel bij een verplaatsing over voor-openbaar-gebruik-toegankelijke wegen.
Een verplaatsing op een gesloten bedrijfsterrein valt m.a.w. buiten het toepassingsgebied, omdat deze verplaatsing normalerwijze zal gebeuren buiten een voor openbaar gebruik toegankelijke weg.
Dit impliceert dus dat de bestuurder niet verplicht is om zijn activiteiten (rijtijd, werktijd,....) te registreren, want het betreft m.a.w. een vrijgesteld vervoer. Het gebruik van de tachograaf is dus niet nodig voor deze verplaatsing en deze stelling is terecht verdedigbaar, wanneer de bestuurder tijdens zijn dagtaak in het geheel niet op een voor openbaar gebruik toegankelijke weg dit voertuig bestuurt.
Vanaf 11 april 2007 is er evenwel een wijziging in regelgeving waarbij de mogelijkheid bestaat op basis van art 4.a van de Verordening 561/2006 dat bepaalde controle-instanties ook het rijden op bedrijfsterreinen zullen interpreteren als deel uitmakend van de dagelijkse rijtijd wanneer deze verplaatsing gebeurde afwisselend met rijden op de openbare weg gedurende de volledige dagtaak van de chauffeur (dus tussen twee wettelijk gekwalificeerde rusttijden).
Maar wat zijn de gevolgen in de praktijk tijdens een wegcontrole voor een chauffeur die tijdens zijn dagtaak (dus tussen twee wettelijk gekwalificeerde rusttijden) zijn voertuig dat uitgerust is met een digitale tachograaf, heeft laten besturen op een buiten voor-openbaar-gebruik- toegankelijke weg door een andere persoon al dan niet tewerkgesteld door het bedrijf die het voertuig gebruikt.
De digitale tachograaf, waarmee dit voertuig is uitgerust, zal nl. altijd deze verplaatsing registreren op basis van het signaal dat via de bewegingssensor van het voertuig wordt gecapteerd en geregistreerd en bewaard wordt door de digitale tachograaf. De geregistreerde data ( in casu duur van deze verplaatsing en de afstand ervan) zullen bovendien minstens een jaar lang in het massageheugen van de digitale tachograaf bewaard blijven.
De meeste types van digitale tachografen hebben als waarschuwingsfunctie een sonorisch of visueel alarmsignaal, wanneer deze tachograaf een verplaatsing van het voertuig waarneemt zonder dat een bestuurderskaart werd ingebracht. Doch in casu heeft deze verplaatsing een vrijgesteld karakter, zodat deze bestuurder niet verplicht was om zijn bestuurderskaart te gebruiken.
Om deze in voorkomende situatie voor de bestuurder hinderlijke sonorische of visuele alarmsignalen (die in deze situatie dus onterecht worden gegeven) te neutraliseren, werd in de menuconfiguratie van de digitale tachograaf voorzien in een functie "OUT (of scope)" of "een verplaatsing buiten het toepassingsgebied van de wetgeving". Wanneer deze functie wordt geactiveerd, wordt het waarschuwingssignaal geneutraliseerd en wordt bovendien het symbool "OUT" verbonden aan de duur van deze geregistreerde verplaatsing. Door de activatie van deze functie "OUT" verliest m.a.w. de tijdsduur van deze verplaatsing de connotatie rijtijd en wordt deze tijd geherkwalificeerd van "rijtijd" naar "tijd besteed aan andere werkzaamheden".
Voorlopige conclusies:
- De gegevens inzake de duur en afstand van elke verplaatsing door het voertuig worden automatisch geregistreerd en bewaard door de digitale tachograaf;
- Deze gegevens worden niet gealloceerd aan een persoon, omdat de bestuurderskaart in principe niet verplicht moet ingebracht worden.
Deze situatie geeft m.a.w. aanleiding tot relatief grote rechtsonzekerheid in hoofde van de navolgende bestuurder van dit voertuig, omdat de gegevens i.v.m. verplaatsing op een niet- voor-openbaar-gebruik-toegankelijke weg bij een wegcontrole nooit zullen in overeenstemming kunnen gebracht worden met één of andere registratie op een bestuurderskaart van één of andere bestuurder.
De moeilijkheid is m.a.w. hoe deze navolgende chauffeur een op dat moment en per definitie argwanende controleur kan overtuigen dat :
- de activatie "Out of scope" hoe dan ook terecht was en
- wie de chauffeur was die op dat moment de bewuste verplaatsing heeft uitgevoerd.
Een aantal argumenten zouden evenwel kunnen ontwikkeld worden om toe te laten dat een chauffeur langs de weg de controleur overtuigt, zodat de chauffeur niet onnodig veel tijd verliest en de controleprocedure onnodig wordt bemoeilijkt:
- de chauffeur wijst de controleur op het feit dat omwille van de korte duur en afstand van deze "anonieme" verplaatsing rekening moet gehouden worden met deze parameters om te laten afleiden dat deze verplaatsing noodzakelijkerwijze wel op een bedrijfsterrein moest uitgevoerd zijn voor bijvoorbeeld laad-en losopdrachten of onderhoudsopdrachten en het tijdstip van deze verplaatsing komt min of meer overeen met b.v. een afgetekende laad- of losbon; bovendien kan de print out van deze verplaatsing, die altijd door de digitale tachograaf wordt geregistreerd, afgetekend worden door de persoon die deze verplaatsing heeft uitgevoerd en vermeldt hij zijn naam, voornaam en handtekening (en contactreferenties, indien mogelijk.)
- Of de magazijnier van het laad- of losadres of de technicus van het bedrijf heeft toch zijn persoonlijke bestuurderskaart ingebracht ( als hij toch een bestuurderskaart heeft); Als de bestuurder een persoon betreft die tewerkgesteld is door een ander bedrijf zou idealiter vooraf ook de lock-in en achteraf de lock-out functie door een bedrijfskaart van dit bedrijf moeten worden gebruikt.
- Of het bedrijfsterrein heeft een intern badging systeem voor in –en uitgang (of een laadbonaftekening door de magazijnier of een aftekening voor onderhoudsopdracht ) en de printings van dit losadres zijn als mogelijk overtuigingsstuk met de chauffeur meegegeven .bovendien kan de print out van deze verplaatsing, die altijd door de digitale tachograaf wordt geregistreerd, afgetekend worden door de persoon die deze verplaatsing heeft uitgevoerd en vermeldt hij zijn naam, voornaam en handtekening (en contactreferenties, indien mogelijk.)
Of deze argumenten hard te maken zijn voor de rechtbank is een andere vraag en behoort inderdaad enkel tot de bevoegdheid van de rechtbanken die hun oordeel (vonnis of arrest) baseren op de concrete en feitelijke vaststellingen van de verbalisanten op het moment dat het voertuig wordt staande gehouden voor een controle langs de weg).
Welke soort gegevens die geregistreerd en opgeslagen zijn in de chip van de bestuurderskaart en in het massageheugen van de digitale tachograaf moeten gedownload worden en in welk digitaal formaat moeten deze gegevens gearchiveerd worden ?
In de bijlage 1 van de Verordening 1360/2002 worden effectief de gegevens opgesomd die enerzijds worden opgeslagen in de chip van de bestuurderskaart en anderzijds in het massageheugen van de digitale tachograaf.
De gegevens die opgeslagen worden in het massageheugen van de digitale tachograaf betreffen in totaal 15 verschillende rubrieken. Deze gegevens zijn o.a. identificatiegegevens van de voertuigunit en bewegingssensor, beveiligingselementen, gegevens over de activiteiten van de bestuurder, over de kilometerstand, gedetailleerde snelheidsgegevens, voorvallen, fouten, kalibreringsgegevens, bedrijfsvergrendelingen, tijdsafstellingsactiviteiten en overbrengingsactiviteiten....
De gegevens die opgeslagen worden in de chip van de bestuurderskaart betreffen in totaal ook 15 verschillende rubrieken. Deze gegevens zijn o.a. de identificatie van de kaart en veiligheidsgegevens, zoals chipidentificatie, beveilingselementen, kaartidentificatie, identificatie van de kaarthouder en gebruik van de voertuigen, gegevens over de activiteiten van de bestuurder, voorvallen, fouten, controleactiviteiten en kaartsessies...
Art 34 van het KB van 17-10-2016 bepaalt in zeer algemene bewoordingen dat de in het geheugen van de voertuigunit opgeslagen gegevens moeten worden overgebracht naar een beveiligd extern medium ten minste om de twee maanden te rekenen vanaf de laatste overbrenging en de in het geheugen van de bestuurderskaart opgeslagen gegevens ten minste om de eenentwintig dagen vanaf de laatste overbrenging.
Op basis van deze bepaling kan afgeleid worden dat de gegevens, zoals deze zijn opgeslagen in het massageheugen van de digitale tachograaf en in de chip, moeten worden overgebracht zonder onderscheid van soort.
Het enige voorbehoud die ten aanzien van deze zeer algemene verplichting kan worden gemaakt is dat art 10.5 van de Verordening 561/2006 stelt dat enkel de relevante gegevens moeten worden overgebracht.
Daarom kan geargumenteerd worden dat de gegevens opgeslagen in het massageheugen van de digitale tachograaf onder de rubriek "gedetailleerde snelheidsgegevens" geen enkele relevantie vertonen ten aanzien van de controle van de naleving van de rij- en rusttijden van de bestuurders, zodat deze rubriek niet hoeft gedownload te worden, tenzij op uitdrukkelijk verzoek van de overheid in het kader van een ongeval, bv.
Door deze interpretatie wordt ook het tijdsverlies voor de verantwoordelijke van het bedrijf voor het downloaden van de gegevens van het massageheugen aanzienlijk gereduceerd.
Voor het overige worden geen andere specificaties opgelegd op welke wijze de overbrenging moet gebeuren en welke deze externe beveiligde media moeten zijn. Behalve in de Franse en Spaanse wetgeving werd ook het digitaal formaat waarin deze gegevens moeten worden gearchiveerd, niet door de Belgische regelgeving bepaald. Op voorwaarde dus dat de digitale handtekening die vanuit de digitale tachograaf wordt mee gekopieerd tijdens het downloaden, intact is om de authenticiteit van de gearchiveerde gegevens te garanderen, is de leverancier van downloadtools en software oplossingen vrij om een digitaal formaat aan te bieden aan de bedrijven en zijn de bedrijven vrij om het even welk formaat te selecteren voor het archiveren van de data.
De controle-instanties behouden weliswaar wel de volledige discretionaire bevoegdheid om de door de bedrijven gekozen en gebruikte digitale oplossing in functie van het naleven van de download- en archiveringsverplichting op basis van de concrete omstandigheden te beoordelen. De uiteindelijke toetssteen om al dan niet te verplichten om alle ( al dan niet relevante) data te downloaden is het respecteren van het proportionaliteitsbeginsel in hoofde van de controle-instanties en dit ter ondersteuning van hun opsporingsbevoegdheid in het kader van een (vermoeden of poging) van inbreuk.
EU-verklaring van activiteiten ( zie ook brochure administratieve verplichtingen )
Op 2 maart 2015 zijn enkele artikelen van de nieuwe tachograafverordening (EU) nr. 165/2014 in werking getreden. Hierbij is enige verwarring ontstaan met betrekking tot het attest "verklaring van activiteiten", soms ook "patronaal attest" genoemd.
De Europese Commissie heeft daarom de volgende verduidelijking verschaft:
- In principe moeten alle activiteiten die niet in de nabijheid van het voertuig verricht worden manueel worden ingegeven voordat de bestuurder opnieuw begint te rijden.
- Indien dit niet mogelijk is omwille van objectieve technische redenen, mag de verklaring van activiteiten gebruikt worden. Indien dit attest correct is ingevuld, dient het aanvaard te worden door de controlediensten.
De Europese Commissie heeft enkele voorbeelden gegeven van situaties waarin het attest gebruikt kan worden:
- gebruik van een digitale tachograaf van de oudere generatie waarbij het niet mogelijk is om voor lange periodes retroactief data in te geven;
- wanneer de bestuurder gedurende lange periodes (vb. 3 weken) ander werk heeft verricht en het een overdreven administratieve last zou zijn om voor heel deze periode manueel de data in te geven.
Besluit: de verklaring van activiteiten is niet afgeschaft doch mag in zeer specifieke gevallen als alternatief gebruikt worden voor de verplichte manuele registraties.
Het dient machinaal ingevuld en ondertekend te worden vóór het begin van elke rit. Het logo of de stempel van de onderneming mag worden aangebracht, maar de gegevens m.b.t. de onderneming dienen niettemin machinaal ingevuld te worden. De keuze van de taal is vrij. Het formulier dient ééntalig te zijn. Het model mag niet gewijzigd worden en het afdrukbare elektronische formulier dient te worden gebruikt. Het formulier moet bewaard worden met de registratiebladen (schijven). Het formulier moet een origineel ondertekend exemplaar zijn. Dus geen (foto)copie, fax,….Slechts één van de vakjes kan aangekruist worden per formulier. Het uur en de datum van het begin van de geldigheid van het formulier evenals het einde ervan (in feite het uur waarop de activiteiten worden hernomen) dienen aangeduid te worden.
Is de waarschuwingsfunctie in de tachograaf een betrouwbare indicatie voor een chauffeur om zijn reglementair voorziene pauze te nemen na een bepaalde gecumuleerde rijtijd?
De digitale tachograaf voorziet inderdaad in een visuele of sonorische waarschuwingsfunctie, wanneer een chauffeur een reglementair voorziene onderbreking van zijn rijtijd zou moeten nemen.
De tachograafconstructeurs baseren zich voor de configuratie van het protocol van bediening, gebruik en werking van de tachograaf op de wettelijke specificaties, die zijn opgenomen in de Verordening 1360/2002.
Daar wordt de volgende definitie gegeven van rijtijdperiode
n) „rijtijdperiode” wordt in het controleapparaat berekend als 1: de op dat moment verzamelde rijtijden van elke bestuurder afzonderlijk sinds de laatste BESCHIKBAARHEID of RUSTPAUZE of ONBEKENDE periode van 45 minuten of meer (deze periode kan in een aantal periodes van 15 minuten of meer worden opgedeeld). De betreffende berekeningen houden, indien nodig, rekening met eerdere op de bestuurderskaart opgeslagen activiteiten.Voetnoot 1: Door deze berekeningswijze van de rijtijdperiode en de cumulatieve rusttijd kan het controleapparaat de rijtijdwaarschuwing berekenen. Hiermee wordt niet vooruitgelopen op de wettelijke interpretatie van deze tijden.
Door de Verordening 561/2006 werden evenwel een aantal wijzigingen doorgevoerd aan de begrippen: "onderbreking" en "beschikbaarheidstijd", zonder dat deze wijzigingen ook werden opgenomen in de specificaties voorzien in de Verordening 1360/2002, waardoor er een inconsistentie ontstaan is tussen de twee teksten. Niettemin stond wel al in de definitie, opgenomen in de Verordening, in de voetnoot vermeld dat de berekening van de rijtijdwaarschuwing niet mocht vooruitlopen op de wettelijke interpretatie van deze tijden.
Een concrete aanbeveling naar de chauffeurs zou daarom kunnen zijn dat de rijtijdwaarschuwing op de digitale tachograaf ofwel wordt uitgeschakeld ofwel dat de chauffeurs worden ingelicht dat de waarschuwing geen 100 % zuivere indicatie mag zijn waarop zij hun onderbreking mogen baseren.
De Europese Commissie is zich bewust van deze problematiek en onderzoekt met de tachograafconstructeurs hoe deze anomalie kan opgelost worden.
Hoe dan ook, vanaf het najaar 2008 is bv vanaf de types 1.2 van DTCO 1381 van Continentaal AG /VDO Siemens de upgrade mogelijk zijn voor de configuratie van de waarschuwingsfunctie in overeenstemming met de bepalingen van de Verordening 561/2006.
Gebruik van de tachograaf in voertuigen met een M.T.M. tussen 2.8 ton en 3.5 ton op Duits grondgebied. (tekst integraal opgesteld door de FOD Mobiliteit en Vervoer op datum van 18-4-2008)
Duitsland verplicht de naleving van de rij- en rusttijden, zoals bepaald door de Verordening n° 561/2006, eveneens aan bestuurders van voertuigen bestemd voor het vervoer van goederen met een M.T.M. tussen 2.8 ton en 3.5 ton.
Als deze voertuigen zijn uitgerust met een tachograaf, moet de tachograaf gebruikt worden overeenkomstig de voorschriften van Verordening n° 165/2014.
Als het een digitale tachograaf betreft en de bestuurder is geen houder van een bestuurderskaart, (omdat de Verordening hem er niet toe verplicht) moet de bestuurder, ZOWEL bij het begin van zijn dagtaak, waarop een rit op Duits grondgebied is voorzien een afdruk van de gegevens van het door hem bestuurde voertuig maken waarop hij zijn naam, voornaam en rijbewijsnummer vermeldt EN zijn handtekening plaatst EN op het einde van de dagtaak een afdruk maken van de gegevens over de perioden die door de tachograaf zijn geregistreerd en opnieuw de gegevens vermelden die zijn identificatie mogelijk maken.
Als het een analoge tachograaf betreft, volstaat het om een papieren tachograafschijf te plaatsen en de verplichte vermeldingen te noteren bij het begin en einde van de dagtaak.
Als het voertuig niet uitgerust is met een tachograaf, (omdat het niet verplicht is door de verordening) moet hij zijn gegevens betreffende zijn prestaties vermelden op een specifiek blad ( datum en begin- en eindduur van zijn prestaties) en de gegevens vermelden die zijn identificatie mogelijk maken.
Is de registratie van grensoverschrijdingen reeds voorzien door de tachograaf?
De automatische registratie door de tachograaf van de grensoverschrijdingen, is voorzien bij versie 2 van de slimme tachograaf. Deze is ingevoerd vanaf 21 augustus 2023 voor nieuw ingeschreven voertuigen.
Wanneer men nog niet beschikt over deze nieuwe versie, heeft het nieuwe Mobility Package bepaald in artikel 34, lid 6, punt f), en artikel 34, lid 7, van Verordening (EU) nr. 165/2014 dat bestuurders het symbool van het land dat zij binnenrijden nadat zij een grens van een lidstaat hebben overschreden, handmatig moeten registreren.
Deze verplichting geldt vanaf vanaf 2 februari 2022 voor voertuigen met een gewone digitale tachograaf of slimme tachograaf versie 1 en vanaf 20 augustus 2020 voor voertuigen met een analoge tachograaf.
In dergelijk geval, moet de bestuurder dan stoppen op de dichtstbijzijnde stopplaats aan of voorbij de grens.
Als de overschrijding van de grens van een lidstaat plaatsvindt op een veerboot of een trein, vermeldt de bestuurder het landsymbool aan de haven of het station van aankomst.
Met andere woorden: de registratie zal handmatig moeten gebeuren tot men beschikt over een slimme tachograaf versie 2 die dit automatisch zal registreren.
Belangrijke opmerking:
De Europese Commissie heeft recent de volgende verduidelijkingen gegeven:
De nieuwe slimme tachograaf versie 2 (G2V2), die sinds 21 augustus 2023 verplicht is in nieuwe voertuigen, registreert automatisch grenspassages. De bestuurder hoeft deze gegevens dus niet handmatig op zijn kaart op te slaan om te voldoen aan Verordening (EU) nr. 165/2014. Als een dergelijk voertuig langs de weg wordt gecontroleerd, kan de controleur de gegevens van de voertuigunit controleren, ongeacht de generatie/versie van de bestuurderskaart, dus een vervanging van een bestuurderskaart GEN2 versie 1( homologatienummer e4 005) aanvragen enkel en alleen om die reden is dus niet nodig.
Om controles te vergemakkelijken en de duur ervan te verkorten wanneer een bestuurder met een andere tachograafkaart dan een G2V2-kaart de afgelopen 28 dagen (of 56 dagen vanaf 01/01/2025) met verschillende voertuigen de grens is overgegaan, kan de operator/bestuurder de gegevens van de slimme tachograaf versie 2 downloaden wanneer hij van voertuig wisselt en deze bij zich houden in andere voertuigen, zodat deze gegevens tijdens een controle kunnen worden gedeeld met de controleur.
Ter herinnering: alleen het Europese Hof van Justitie is bevoegd om het recht van de Unie op gezaghebbende wijze te interpreteren.
Moeten de tachografen in de bestaande voertuigen verplicht worden vervangen?
Er is inderdaad een nieuwe regeling voorzien in het nieuwe Mobility Package dat op Europees niveau van toepassing is geworden:
Nieuw ingeschreven voertuigen moeten vanaf 21 augustus 2023 verplicht uitgerust zijn met de slimme tachograaf versie 2.
Bovendien geldt er een verplichte retrofit voor voertuigen met oudere tachografen die gebruikt worden voor het internationale vervoer (dus niet het nationale vervoer):
- Vanaf 1 januari 2025 moeten alle voertuigen die actief zijn in het internationale vervoer en die zijn uitgerust met een analoge of “oude” digitale tachograaf worden voorzien van een slimme tachograaf versie 2.
- Vanaf 21 augustus 2025 moeten alle voertuigen die actief zijn in het internationale vervoer en die zijn uitgerust met een slimme tachograaf versie 1 worden voorzien van slimme tachograaf versie 2.
Mag ik mijn buitenlandse bestuurderskaart behouden wanneer ik woonachtig ben in België?
Ja, zeker.
Wanneer een chauffeur houder is van een bestuurderskaart uitgegeven door een andere staat dan België en sinds deze uitreiking ervan zijn woonplaats in België heeft gevestigd en opteert om deze bestuurderskaart te behouden tot het einde van de geldigheid ervan, is dit geen probleem.
Voor de vernieuwing van een dergelijke bestuurderskaart die bijna vervallen is, moet evenwel dezelfde procedure gevolgd worden als bij de eerste aanvraag van een bestuurderskaart van een Belgische bestuurderskaart.
Gelieve evenwel rekening te houden dat bij de aanvraag daartoe, ofwel deze buitenlandse kaart, ofwel minstens een papieren kopie van deze bestuurderskaart bij de aanvraag wordt bijgevoegd. Zoniet zal de aanvraagprocedure worden geblokkeerd en daardoor onnodig tijdsverlies oplopen.
Een papieren kopie van een dergelijke bestuurderskaart die uitgegeven is door een andere Staat dan België, wordt enkel aanvaard wanneer de geldigheid van deze bestuurderskaart MINDER bedraagt dan twee maanden. In het andere geval moet de bestuurderskaart ZELF worden bijgevoegd.
Gelieve steeds een kopie bij te voegen van het rijbewijs uitgegeven door een Lid-Staat van de Europese Unie.
Vanaf 21-8-2023 moeten alle tachograafplichtige voertuigen die nieuw in het verkeer worden gebracht, uitgerust zijn met een nieuwe slimme tachograaf versie 2. Moeten er ook nieuwe tachograafkaarten worden besteld?
In België worden de nieuwe G2V2 tachograafkaarten uitgereikt vanaf 20 juli 2023.
Deze tachograafkaarten zijn voorzien van een nieuwe chip die compatibel is met alle bestaande versies van digitale tachografen en slimme tachografen die momenteel op de markt zijn en zullen ook werken met de nieuwe slimme tachograaf versie 2 (G2V2). Deze nieuwe chip heeft alle reglementair voorziene functionele, veiligheids- en interoperabiliteitstesten testen doorstaan en is uiteindelijk op 14 juni 2023 op Europees niveau gehomologeerd. De nieuwe kaarten zijn visueel te herkennen door de opdruk van het nieuwe goedkeuringsnummer e4 0024 dat op de achterkant van de kaarten boven de chip is voorzien.
De huidige tachograafkaarten die momenteel in omloop zijn en die nog geldig zijn, zullen ook blijven werken met de slimme tachograaf versie 2. Alle tachograafkaarten, die voor een vernieuwing of een vervanging van een bestaande kaart of voor een eerste keer in België worden aangevraagd, worden vanaf 20 juli 2023 uitgereikt met de nieuwe chip die voorzien is om te werken met de nieuwe slimme tachograaf versie 2. De bestaande tarifering voor de retributies voor deze kaarten blijft evenwel behouden op 65 EUR, btw in, voor een bestuurderskaart, 150 EUR, btw in, voor een bedrijfskaart en 225 EUR, btw in, voor een werkplaatskaart.
Belangrijke opmerking :
De Europese Commissie heeft recent de volgende verduidelijkingen gegeven:
De nieuwe slimme tachograaf versie 2 (G2V2), die sinds 21 augustus 2023 verplicht is in nieuwe voertuigen, registreert automatisch grenspassages. De bestuurder hoeft deze gegevens dus niet handmatig op zijn kaart op te slaan om te voldoen aan Verordening (EU) nr. 165/2014. Als een dergelijk voertuig langs de weg wordt gecontroleerd, kan de controleur de gegevens van de voertuigunit controleren, ongeacht de generatie/versie van de bestuurderskaart, dus een vervanging van een bestuurderskaart GEN2 versie 1( homologatienummer e4 005) aanvragen enkel en alleen om die reden is dus niet nodig.
Om controles te vergemakkelijken en de duur ervan te verkorten wanneer een bestuurder met een andere tachograafkaart dan een G2V2-kaart de afgelopen 28 dagen (of 56 dagen vanaf 01/01/2025) met verschillende voertuigen de grens is overgegaan, kan de operator/bestuurder de gegevens van de slimme tachograaf versie 2 downloaden wanneer hij van voertuig wisselt en deze bij zich houden in andere voertuigen, zodat deze gegevens tijdens een controle kunnen worden gedeeld met de controleur.
Ter herinnering: alleen het Europese Hof van Justitie is bevoegd om het recht van de Unie op gezaghebbende wijze te interpreteren.
Waarom worden vanaf vandaag 21/8/2023 overgangstachografen geïnstalleerd in nieuw in het verkeer gebrachte voertuigen?
Bij Verordening (EU) nr. 165/2014 zijn slimme tachografen ingevoerd, die verbinding kunnen maken met het wereldwijde satellietnavigatiesysteem (GNSS).
De technische specificaties voor de constructie, het testen, de installatie, de exploitatie en de reparatie van slimme tachografen en tachograafonderdelen zijn uiteengezet in Uitvoeringsverordening (EU) 2016/799 van de Commissie.
Bij Verordening (EU) 2020/1054 van het Europees Parlement en de Raad zijn nieuwe eisen voor de slimme tachograaf ingevoerd, waardoor de technische specificaties ervan moesten worden gewijzigd.
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1228 van de Commissie is Verordening (EU) 2016/799 derhalve gewijzigd om een tweede versie van de slimme tachograaf in te voeren.
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1228 verplicht slimme tachografen om gebruik te maken van de Open Service Navigation Message Authentication (OSNMA) van Galileo, om de authenticatie van door de tachograaf geregistreerde posities mogelijk te maken aan de hand van het wereldwijd satellietnavigatiesysteem Galileo.
OSNMA bevindt zich momenteel in een openbare testfase; de dienstverklaring wordt pas verwacht na de datum waarop de tweede versie van de slimme tachograaf wordt ingevoerd in nieuw geregistreerde voertuigen.
Om geharmoniseerde test- en typegoedkeuringsvoorwaarden en een geharmoniseerd gedrag van voertuigunits te waarborgen, moet worden gezorgd voor een gemeenschappelijke werking van slimme tachografen van de tweede versie, zowel vóór als na de OSNMA-dienstverklaring.
De initiële tweede versie van slimme tachografen moet worden goedgekeurd op basis van het OSNMA-signal-in-space en het cryptografisch materiaal dat beschikbaar is voor de openbare testfase van de dienst. Om verstoringen voor de bestuurder na de wijziging van het operationele signal-in-space te vermijden, moeten deze tachografen OSNMA negeren tot zij kunnen worden bijgewerkt om volledig gebruik te maken van de OSNMA-dienst. Hierdoor ontstaat een overgangsperiode voor slimme tachografen van de tweede versie met betrekking tot het gebruik van OSNMA.
Deze overgangstachografen moeten beschikken over alle functies die zijn vastgesteld Verordening (EU) nr. 165/2014.
Overgangsvoertuigunits mogen slechts worden gemonteerd in voertuigen die voor het eerst worden geregistreerd tot vijf maanden na de datum van de dienstverklaring van OSNMA.
Welke zijn de bijkomende data die worden opgeslagen op de chip van de nieuwe bestuurderskaart G2V2?
Op de chip van de nieuwe bestuurderskaart G2V2 zijn de volgende punten toegevoegd:
- Authenticatiestatus voor posities in verband met plaatsen waar de dagelijkse werkperiode begint en/of eindigt (niet toegankelijk door versie 1 van voertuigunits van de tweede generatie);
Een bestuurderskaart slaat de door de bestuurder ingevoerde aanvullende gegevens betreffende de plaatsen op waar dagelijkse werkperioden beginnen en/of eindigen:
- de datum en het tijdstip van invoer, die volledig identiek moeten zijn aan de datum en het tijdstip die zijn opgeslagen in EF Places onder DF Tachograph_G2,
- een vlagje dat aangeeft of de positie al dan niet is geauthenticeerd.
- Authenticatiestatus voor de posities waar de bestuurder drie uren gecumuleerde rijtijd bereikt (niet toegankelijk door versie 1 van voertuigunits van de tweede generatie)
Een bestuurderskaart bewaart de aanvullende gegevens in verband met de positie van het voertuig waar de gecumuleerde rijtijd een veelvoud van drie uur bereikt- de datum en het tijdstip waarop de gecumuleerde rijtijd een veelvoud van drie uren bereikt, die volledig identiek moeten zijn aan de datum en het tijdstip die zijn opgeslagen in EF GNSS_Places onder F Tachograph_G2,
- een vlagje dat aangeeft of de positie al dan niet is geauthenticeerd.
- Grensoverschrijdingen (niet toegankelijk door versie 1 van voertuigunits van de tweede generatie)
De bestuurder slaat de volgende gegevens in verband met grensoverschrijdingen bij het inbrengen van de kaart of als de kaart reeds is ingebracht:- het land dat het voertuig verlaat,
- het land dat het voertuig binnenrijdt,
- de datum en het tijdstip waarop het voertuig de grens overschrijdt;
- de positie van het voertuig wanneer het de grens overschrijdt,
- de GNSS-nauwkeurigheid,
- een vlagje dat aangeeft of de positie al dan niet is geauthenticeerd,
- de kilometerstand van het voertuig.
- Laad- en losverrichtingen (niet toegankelijk door versie 1 van voertuigunits van de tweede generatie)
De bestuurder slaat de volgende gegevens met betrekking tot laad- en losverrichtingen :- het type verrichting (laden, lossen of tegelijkertijd laden en lossen),
- de datum en het tijdstip van de laad- en/of losverrichting,
- de positie van het voertuig,
- de GNSS-nauwkeurigheid, de datum en het tijdstip waarop de positie is bepaald,
- een vlagje dat aangeeft of de positie al dan niet is geauthenticeerd,
- de kilometerstand van het voertuig.
- Invoeren ladingtypes (niet toegankelijk door versie 1 van voertuigunits van de tweede generatie)
Op de bestuurderskaart worden telkens wanneer de kaart in de VU wordt ingebracht automatisch de volgende gegevens met betrekking tot het ladingtype opgeslagen:- het ladingtype (goederen of passagiers),
- de datum en het tijdstip van de invoer.
Hoe kunnen Belgische G2V2 tachograafkaarten worden onderscheiden van Belgische G2V1 tachograafkaarten?
In België worden de nieuwe G2V2 tachograafkaarten (Generatie 2 Versie 2) uitgereikt vanaf 20 juli 2023.
Deze nieuwe kaarten zijn visueel te herkennen door de opdruk van het nieuwe goedkeuringsnummer e4 0024 dat op de achterkant van de kaarten boven de chip is voorzien.
De G2V1 tachograafkaarten (Generatie 2 Versie 1) zijn te herkennen door de opdruk van het goedkeuringsnummer e4 0005 dat op de achterkant van de kaarten boven de chip is voorzien.
Is er een tolerantie voorzien voor de geplande retrofit van bestaande tachografen op 1-1-2025 of 18-8-2025?
Er was een algemene tolerantie tot 31 december 2023 voor nieuw ingeschreven voertuigen na 21 augustus 2023 die nog uitgerust zouden worden met een G2V1 ongeacht of het voertuig voor nationaal of internationaal vervoer wordt gebruikt;
De retrofit voor deze voertuigen naar de G2V2 moet pas gebeuren op uiterlijk 18 augustus 2025 (= bestaande datum retrofit).
Deze tolerantie is niet bedoeld voor defecte G2V1. Deze zullen dus wel vervangen moeten worden door de G2V2.
De Commissie is bovendien van mening dat alle voertuigen die onder de versoepeling vallen (nieuw ingeschreven vanaf 21 augustus 2023 tot 31 december 2023) de retrofit dienen te ondergaan naar G2V2 tegen 18 augustus 2025. En dus ook diegenen die na deze datum slechts nationaal vervoer zouden verrichten."
Er zijn geen plannen voor een nieuwe tolerantie ten aanzien van de toekomstige retrofit:
De verplichte retrofit voor voertuigen uitgerust met oudere tachografen die gebruikt worden voor het internationaal vervoer:
1. Vanaf 1 januari 2025 dienen alle analoge of “oude” digitale tachografen worden vervangen door de slimme tachograaf versie 2;
2. Vanaf 18 augustus 2025 dienen alle slimme tachografen versie 1 worden vervangen door de slimme tachograaf versie 2.
Tot slot worden, vanaf 1 juli 2026, de rij- en rusttijden zoals bepaald in verordening 561/2006 ook van toepassing op alle voertuigen met een MTM van meer dan 2,5 ton indien deze gebruikt worden voor rekening van derden in het internationaal vervoer. Daartoe dienen ook deze voertuigen vanaf deze datum uitgerust te worden met een slimme tachograaf versie 2.
Kan een controle instantie op afstand een tachograaf uitlezen?
Ja, dit is mogelijk
Sinds zijn invoering is de slimme tachograaf uitgevoerd met een Remote Tachograaf Monitoring (RTM)-module. Deze verzamelt elke 60 seconden actuele voertuiggegevens, maakt daar een pakket van en stuurt dit naar een module die een draadloos communicatiekanaal op kan zetten. In voertuigen die uitgerust zijn met een slimme tachograaf is dit de DSRC-module (Digital Short Range Communication).
De Mobility Package verplicht dat controlerende instanties van deelnemende lidstaten vanaf augustus 2024 dienen te zijn uitgerust met uitleesapparatuur, ook wel de REDCR (Early Detection Communication Reader) genaamd. Samen met de DSRC zet deze een communicatiekanaal op om de verzamelde RTM-pakketjes te kunnen versturen. Hiermee kunnen controlerende instanties op afstand zien of er mogelijk met de registratie van de rij- en rusttijden wordt gefraudeerd. Voordeel hiervan is dat inspecteurs gerichter voertuigen kunnen selecteren voor een inspectie. De pakkans van overtreders gaat hierdoor omhoog, terwijl aan de andere kant chauffeurs die zich aan de regels houden met rust worden laten.
RTM-bericht: veranderingen
Slimme tachograaf, versie 1: RTM-berichten 1 t/m 19
Slimme tachograaf, versie 2 : RTM-berichten 1 t/m 25
RTM-berichten zijn op dit moment niet van persoonlijke aard en bevatten alleen voertuiggerelateerde gegevens. Een overzicht van de RTM-berichten is te vinden in dit documentpdf 2,8 MB.
Hebben de Belgische bestuurderskaarten voldoende opslagcapaciteit om de activiteiten van een chauffeur op te slaan gedurende 56 dagen?
Tijdens de rit is de chauffeur van het voertuig op verzoek van de met controle belaste ambtenaren verplicht de registraties van de rij- en rusttijden te tonen van de dag zelf en de voorafgaande 28 kalenderdagen.
Vanaf 1 januari 2025 wordt deze periode inderdaad verlengd van 28 kalenderdagen naar 56 kalenderdagen.
Inzake opslagcapaciteit van de bestuurderskaarten hebben de Europese regels terzake bij de homologatie of type goedkeuring van deze digitale tachograafkaarten de Lidstaten de keuze gelaten om te opteren voor een opslagcapaciteit van deze registratiedata op de bestuurderskaart die varieerde tussen een minimumwaarde en een maximumwaarde.
De Belgische bestuurderskaarten, zowel de generatie 2 versie 1 kaarten die uitgegeven worden vanaf 15-6-2019 (G2v1) als de generatie 2 versie 2 kaarten die uitgegeven worden vanaf 20-7-2023 (G2v2), beschikken telkens over de maximumwaarde van deze opslagcapaciteit, zodat de activiteiten van de chauffeur gemiddeld 6 tot 9 maanden op de bestuurderskaart kunnen staan. De in de Europese regels voorziene maximumcapaciteit voor de opslag van het aantal landcodes bij G2V1 kaarten is evenwel slechts 112 posities.