Europese kader voor de digitale tachograaf
Reglementaire basis
De digitale tachograaf wordt, onder andere, gereglementeerd door de Verordening (EEG) nr. 165/2014 van de Raad van 4 februari 2014 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer. Voor de reglementaire teksten, gelieve de rubriek wetgeving te consulteren.
Onderworpen voertuigen
Vanaf 11 april 2007 is de Verordening (EEG) nr. 3820/85 inzake de rij-en rusttijden ingetrokken en vervangen door de Verordening (EG) nr. 561/2006pdf 421,5 KB die een wijziging inhoudt van de vroegere rij- en rusttijdreglementering.
De digitale tachograaf dient geïnstalleerd te worden in alle voertuigen die onder het toepassingsgebied van de Verordening (EEG) nr. 561/2006 inzake de rij- en rusttijden vallen. Zowel de voertuigen, aangewend voor het vervoer voor eigen rekening als voor het vervoer voor rekening van derden, zijn onderworpen aan deze reglementering.
- De voertuigen gebruikt voor het vervoer van goederen met een maximaal toegelaten massa (inbegrepen opleggers of aanhangwagens) van meer dan 3,5 ton.
- De voertuigen gebruikt voor het vervoer van personen (autobussen en autocars) die méér dan 9 personen, de bestuurder inbegrepen, kunnen vervoeren.
Lijst van vrijstellingen en afwijkingenpdf 574,3 KB (laatste aanpassing op basis van Verordening 165/2014 van 4 februari 2014) De voornaamste kenmerken van de digitale tachograaf.
De digitale tachograaf
De digitale tachograaf is een apparaat met de afmetingen van een autoradio, die in dashbord van de cabine van het voertuig geïnstalleerd wordt. Het apparaat is verbonden met de bewegingssensor van het voertuig en kan beschouwd worden als een wettelijk verplichte on board unit. Het is voorzien van een massageheugen, een leesvenster (display), een connectorfiche voor gegevensoverbrenging, twee kaartlezers en een printmechanisme.
Het apparaat werkt in combinatie met digitale tachograafkaarten die voorzien zijn van een chip.
Het registreert o.a. de rij- en rusttijden van de bestuurder, die eventueel ook op het leesvenster kunnen afgelezen worden.
Een cryptografische versleuteling tussen de chipkaart, de bewegingssensor van het voertuig en de tachograaf beveiligt de authenticiteit en de integriteit van de registratie en de bewaring van de gecapteerde gegevens. Mogelijke vervalsing van de opgeslagen gegevens wordt uitgesloten en manipulaties en pogingen daartoe kunnen zelfs gedetecteerd worden.
Elk type van digitale tachograaf is op Europees niveau gehomologeerd en is voorzien om interoperabel te zijn met elk type van digitale tachograafkaarten, die eveneens op Europees niveau gehomologeerd zijn. Deze homologatie garandeert dat alle tachograafkaarten in elk apparaat gebruikt kunnen worden, wat ook het merk ervan is en welke Lid-Staat ook de digitale tachograafkaarten heeft uitgegeven.